Onderzoek
Het onderzoek bestaat uit een anamnese (vraaggesprek) en een lichamelijk onderzoek.
In de anamnese wil de osteopaat een indruk krijgen van het klachtenverloop en over wat er allemaal al onderzocht en behandeld is.
In het lichamelijk onderzoek gaat de osteopaat op zoek naar de oorzaak/oorsprong van de klachten.
Voor de osteopaat is het van belang om te weten wat een lichaam heeft meegemaakt aan ziekte, ongevallen, operaties en wat de patiënt aan medicijnen gebruikt. Tevens is van belang te weten welke onderzoeken er al gedaan zijn.
Het lichamelijk onderzoek gaat de osteopaat op zoek naar de oorsprong van het ontstaan van de huidige klachten. Deze oorsprong kan al verder in het verleden liggen (b.v. ten gevolge van operaties, ziektes en ongevallen.)
Tijdens het onderzoek zal de osteopaat geen gebruik maken van apparatuur en gebruikt hij uitsluitend zijn handen. Hij zal hiermee zoeken naar storingen in het bewegingsapparaat, organen en schedel.
Deze drie systemen moet als een geheel functioneren.
De osteopaat bekijkt het lichaam dan ook als één geheel.